Sparen voor de studie van je kind: wat zijn de opties?
Gepubliceerd
17 juli 2018
Laatst geüpdatet
28 december 2023
Leestijd
4 minuten
- Gepubliceerd: 16 juli 2018
- Laatst geüpdate: 28 december 2023
- Leestijd: 4 minuten
Misschien heeft je kind nog niet eens leren lezen, dan ben je toch niet bezig met een eventuele vervolgstudie op een mbo, hbo of universiteit? Toch is het goed om hier alvast over na te denken. Als je graag wil sparen voor de studie van je kind later, dan kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen. Want hoe langer je spaart, des te minder hoef je maandelijks te missen en hoe meer rente je ontvangt.
Sparen voor de studie van je kind: is het nodig?
Studeren is duur, maar sinds 2023 is de basisbeurs weer terug. Dat betkent dat studerende kinderen maandelijks een bedrag ontvangen, dat wordt omgezet in een gift als ze binnen tien jaar een diploma halen. Het gaat - bij uitwonende studenten - om een paar honderd euro per maand. Thuiswonende studenten kunnen rekenen op ruim € 100 per maand.
Als je als ouder voldoende verdient, is het wel gebruikelijk dat je een financiële bijdrage levert aan de studie van je kind. Wel zo fijn als je dan alvast iets opzij hebt gezet om die bijdrage te kunnen bekostigen.
Hoeveel heeft je kind nodig?
Volgens het Nibud draagt 68% van de ouders bij aan de studiekosten van hun kind. Uitwonende studenten kregen in 2021 gemiddeld € 339 per maand van hun ouders en thuiswonende studenten € 109.
Jij beslist natuurlijk zelf hoeveel je wil bijdragen, maar hoe bepaal je een streefbedrag om te sparen? Een lastig te beantwoorden vraag, want je kunt niet in de toekomst kijken. Wie achttien jaar geleden is begonnen met sparen had bijvoorbeeld niet de invoering van het leenstelsel kunnen voorspellen.
Toch is het goed om vast een schatting te maken. Het Nibud rekent dat een student ongeveer € 1.030 per maand nodig heeft. Vier jaar studeren kost dus al bijna € 50.000. Dat ga jij niet allemaal betalen, maar zo kun je bepalen hoeveel je ongeveer zou willen bijdragen.
Zelf uitrekenen wat je nodig hebt
Ga je ervan uit dat je kind uit huis gaat, dan zul je - uitgaande van de gemiddelde ouderbijdrage - ongeveer € 16.000 kwijt zijn voor vier jaar studie. Dit bedrag zal waarschijnlijk door inflatie en veranderende omstandigheden de komende jaren hoger worden. Om een goede schatting van het spaarbedrag te maken, kun je ook de rekentool van het Nibud gebruiken.
Hoe wil je gaan sparen?
Je kunt het beste vast gaan sparen als je kind nog jong is, zodat je zoveel mogelijk rente over je spaargeld ontvangt. Je kunt dat op verschillende manieren doen.
1. Kinderspaarrekening
Een voor de hand liggende keuze is het openen van een kinderspaarrekening. Met een kinderspaarrekening krijg je meestal dezelfde rente als een normale spaarrekening. Het verschil is dat de bank extra rente uitkeert op bijvoorbeeld de 5e, 12e en 18e verjaardag van het kind. Als je kind achttien wordt, komt het geld vrij en staat de rekening op naam van het kind. Je hebt dan dus wel minder invloed op waar dat geld naartoe gaat.
2. Op eigen naam sparen
Wil je meer grip op het spaargeld, dan kun je natuurlijk ook gewoon onder je eigen naam sparen. Je hebt dan meer vrijheid en jij bepaalt wanneer je kind het geld krijgt. Open wel een aparte spaarrekening voor het sparen van je kind, zodat je spaardoelen overzichtelijk blijven.
3. Spaardeposito
Heb je al een potje beschikbaar dat je graag wat groter wil maken? Het geld voor de studie van je kind kun je best een tijd missen. Met een spaardeposito krijg je een hogere rente omdat je het geld voor langere tijd vastzet. Je kunt kiezen uit verschillende looptijden. Hoe langer de looptijd, hoe hoger de rente. Tijdens de looptijd kun je het geld niet zomaar opnemen. Doe je dat toch tussentijds, dan rekent de bank vaak een boete.
4. Alternatief voor sparen: beleggen
Nu de spaarrentes historisch laag staan, kan beleggen een aantrekkelijke optie zijn. Beleggen kan een mooi rendement opleveren als je het geld over een langere periode inlegt. Mocht de financiële markt er een tijdje slecht voor staan, dan heeft je geld genoeg de tijd om zich te herstellen. Beleggen is risicovoller dan sparen en er zitten kosten aan verbonden, je kunt je inleg gedeeltelijk of geheel kwijtraken.
Belasting: afdracht en aftrek
Als je grote bedragen gaat sparen, kun je op een gegeven moment te maken krijgen met een aantal belastingen zoals vermogensbelasting en schenkbelasting.
Vermogensbelasting
In 2024 is het heffingsvrij vermogen € 57.000. Heb je een fiscale partner, dan is het heffingsvrij vermogen € 114.000. Kom je boven dit bedrag uit, dan betaal je daar vermogensbelasting over.
Schenkbelasting
Een bijdrage aan de studiekosten van je kind wordt normaal niet als een schenking gezien, omdat er een noodzaak is om in het levensonderhoud te voorzien. Een ‘natuurlijke verbintenis’ noemt de Belastingdienst dat. Is je kind zelf al financieel vermogend, dan valt die natuurlijke verbintenis weg en zal er eerder de mogelijkheid van schenkbelasting om de hoek komen kijken.
Kies voor de hoogste rente
Welke manier van vermogen opbouwen je ook kiest, uiteindelijk wil je gewoon het meeste uit je geld halen. Met een Knab spaarrekening krijg je één van de hoogste spaarrentes van Nederland. Daarnaast kun je zoveel spaarrekeningen openen als je wil en kies je zelf hoe je wil sparen. Wel zo overzichtelijk!
Dit artikel is niet bedoeld als een persoonlijk advies om te gaan beleggen. Aan beleggen zijn kosten en risico’s verbonden. Je beleggingen kunnen meer waard worden, maar ook minder. Meer weten? Neem dan gerust even contact met ons op.
Karin Broeksma
Karin werkt sinds juli 2018 bij Knab als content marketeer. Hiervoor heeft ze jaren gewerkt als zzp’er, waardoor ze veel weet over alles wat met ondernemen te maken heeft. Bij Knab schrijft ze dan ook veel over ondernemen, maar ook over zaken als inkomsten, uitgaven en sparen.